Za. 8 augustus, 250 km, 3631 hoogtemeters
Ja ik leef nog. Dat liet mijn lichaam me gisteren wel duidelijk blijken. Alles deed zeer. Bennen, nek, billen, schoudersx85
Maar ja, na elf en een half uur op de racefiets kan je ook niet anders verwachten.
Zaterdagnacht om 2:00 uur ging de wekker om, om 6:00 uur samen met Kees Molenaar te kunnen starten in Luik aan de klassieker der klassiekers, Luik – Bastenaken – Luik. 2 uur dat is erg vroeg, maar ik heb ook wel eens overnacht in de Ardennen, zodat je niet zo vroeg op hoeft, maar dan zit je de hele vrijdagmiddag in de auto. Ook geen pretje.
Zo stonden we zaterdagochtend “fris en fruitig” bij het Palais des Congres om aan onze 245 km over “licht geaccentueerd” terrein te beginnen. Voor mij de eerste keer zo’n lange afstand en was dus erg benieuwd hoe het lichaam daar op zou reageren, want vorige week naar Den Helder ging het terug niet meer zo soepel. En de afslag om de route van 170 km te volgen zit al na 43 km dus om dan te beslissen om af te slaan is wel erg vroeg in “wedstrijd”.
De organisatie had ons opgedragen om goed de verkeersregels op te volgen omdat anders volgend jaar geen vergunningen verleend worden door de diverse gemeenten waar we door heen rijden.
Bijna iedereen hield zich hieraan, bij de rode golf verkeerslichten in Luik werd netjes gestopt en ook onderweg deed men duidelijk alles volgens de regeltjes, dus dat moet volgend jaar goed komen.
10 over 6 reden we Luik uit en na 9 kilometer krijg je dan de eerste klim, de Cote d’Embourg van max 7% om even lekker warm te worden. Maar koud was het helemaal niet: 18 graden om 6:00 uur ‘s morgens, wel mistig en nat. Op deze eerste klim konden we de benen even wakker schudden om ze voor te bereiden op hun taak van deze dag. Want na 25 kilometer kwam een echte kuitenbijter van de 1e categorie, Cote de Chambralles, 1550 meter lang, max 20%. Hier hebben we ooit tijdens een fietsvakantie met fietsgroep Uitgeest voor gestaan maar zijn er toen hard omheen gereden. Nu moesten we onze tanden er op stuk bijten want het was een steil klimmetje. Kees raakte ik in deze klim kwijt maar dacht hem na de afdaling wel weer op te pikken door wat langzamer te gaan rijden. Helaas ging dat mis want in Harzé reed ik verkeerd. Ik volgde gewoon wat wielrenners en deze gingen op een gegeven moment rechtsaf. En het groepje achter hen ook. Ik zag geen pijl hangen, maar de pijlen hingen zaterdag allemaal wat onduidelijk dus ik had nog geen argwaan. Pas na 3 kilometer toen we een drukke weg over moesten steken en hier ook bij goed kijken geen pijlen hingen en er een bord Liège 30 stond had ik echt door verkeerd te zitten. Blijkbaar de verkeerde wielrenners gevolgd. Niet iedereen doet mee aan LBL.
Terug in Harzé kon ik zo de route weer oppikken en reed verder naar de 1e controle plaats waar ik verwachtte Kees weer te zien. Maar na een stempeltje en een overheerlijke stroopwafel zag ik niet het oranje Boretti shirtje van Kees. Even de mobiel ter hand nemen leerde dat Kees al door was omdat hij mij ook niet zag en nog steeds dacht dat ik voor hem zou rijden. Vanwege de mist zag je ook nauwelijks rijders dus dat kon ik hem niet kwalijk nemen.
Door naar Bastenaken (Bastogne). Nog steeds was het landschap “licht geaccentueerd”, dus tijd om je te vervelen kreeg je niet. Je blijft klimmen en dalen,schakelen en remmen, al zijn het geen mega zware cols of moeilijke afdalingen.
Om 10:00 uur reed ik Bastogne in waar ik Kees zag zitten bij de stempeltafel. Na verteld te hebben waar ik mis ging en na een half uurtje rust met een bak koffie en een beker rijstepap konden we ons op maken voor de terugreis. Ik dacht: “het was 4 uur fietsen naar Bastenaken, dus dan zijn we om 2 uur weer terug in Luik”. Een blik echter op de fietscomputer en de routekaart vertelde me dat die vlieger niet helemaal op ging, want de organisatie had voor de terugweg een iets wat andere route bedacht. Nog 150 kilometer te gaan over 5 pittige heuvels.
Al pratend en trappend reden we zo 50 kilometer weg om zo in Grand Halleux na de kerk te beginnen aan de beklimming van de Wanne (13% max, 3,0 km). Boven stond de stempelpost met de welverdiende versnaperingen. Het ging nog steeds lekker, maar nu was het echte werk toch echt wel begonnen. Want na de afdaling naar Stavelot gingen we gelijk de Col du Stockeu op, 21% max over een lengte van 2,3 km. En als je dan langs het monument voor Eddy Merckx komt en denk op de top te zijn kom je wel bedrogen uit. Want al is het niet meer zo steil de weg gaat nog steeds met 9% omhoog.
In Hénumont mochten we eindelijk gaan dalen en kwamen hier renners tegen die aan hun beklimming van de Wanne bezig waren. Goed opletten met oversteken dus.
We reden nu door bekend gebied (vele druppels zweet heb ik hier verloren tijdens de fietsvakanties met fietsgroep Uitgeest), en na/tijdens de Col de Villettes reden we langs “ons” huisje in Bra. Het staat inmiddels te koop, dus jongens als je een leuke uitval basis in de Ardennen zoekt, dan is dit je kans.
Vanaf Manhay reden we over wegen die we heen ook bereden hadden, al was dat moeilijk te herkennen omdat het heen zo mistig was. Die mist was inmiddels op getrokken maar bewolkt was het nog wel. De tempratuur was lekker om te fietsen 20 graden en geen wind voor Noord-Hollandse begrippen (kracht 3 – 4 tegen uit het Noord Westen). En zo kwamen we die zaterdag voor de 2e keer in Champ de Harre voor een stempeltje. Hier liepen verschillende mensen rond met een bak soep in de handen en ook wij lieten ons verwennen aan deze hartige traktatie. Even iets anders dan die zoete repen en bidonvulling in de mond. Lekker.
Inmiddels hadden we 200 km in de benen en het opstappen voor het laatste “stukkie” ging niet zo soepel meer. Nog even door bijten.
De tocht zou ons nu via Kin naar Remouchamps brengen. Echter in Kin reden we de Cxf4te de Kin af en ergens in die afdaling hadden we rechtsaf gemoeten. Daar kwamen we beneden achter want hier hingen geen pijlen meer. Maar om terug naar boven te klimmen en de juiste weg te pakken daar had niemand (inmiddels hadden zich al zo’n 30 wielrenners van de Cxf4te de Kin laten afzakken) zin in. Dus via de “ANWB”-borden naar Remouchamps en daar zagen we de vertrouwde geel-rode LBL pijlen weer hangen.
Nu konden we beginnen aan de beklimming van de beruchte Cxf4te de la Redoute, 20% max, 1,7 km lang.
Ik moet je vertellen met 220 km in de benen voelt ie toch iets anders dan tijdens de StevenRooksClassic van afgelopen Hemelvaartsdag toen ie al na 85 km langs kwam. Ik heb gelukkig een tripple en nu ook eens de 25 gebruikt. En toch nog afzien !!
Na de laatste stempel en een frisse appel alleen maar dalen tot Luik. Nog 1 klein beklimminkje van 6% (Cxf4te du Hornay) maar dat mag geen naam meer hebben. Om half zes (vijf uur was de streef tijd) reden we onder het finishdoek bij het Holiday Inn hotel in Luik door.
We hadden het gehaald. Het laatste stukje op het tandvlees want het zitvlees was te rauw geworden. Maar het was het afzien waard.
Zeker nu, twee dagen later als de pijn iets gezakt is.
“Volgend jaar weer de 240 km?”, vroeg Kees.
“Uhhhx85.??”
Race + 250 = 3860 km
3847 km